Ontdek 7 gebeden en gedichten voor Maria
#1 Gebed tot Maria
Maagd en moeder Maria,
jij die door de Geest bewogen,
het Woord van het leven ontving
in de diepte van je eenvoudig geloof,
liefdevol gehecht aan de Eeuwige,
help ons om ook ‘ja’ te zeggen
in de meer dan ooit dringende nood om
de blijde boodschap van Jezus te verkondigen.
Jij, vol van de aanwezigheid van Christus,
hebt Johannes de Doper zo verheugd
dat hij bewoog in de schoot van zijn moeder.
Jij hebt, trillend van vreugde,
de wonderdaden van de Heer bezongen.
Jij, die bij het kruis bleef staan
met een onwrikbaar geloof
en de verheugende troost ontving van de verrijzenis,
jij hebt de leerlingen verzameld voor de komst van de Geest
en de geboorte van een belijdende Kerk.
Verkrijg voor ons nu een nieuw verrijzenisvuur
om aan iedereen het Evangelie van het leven te brengen,
dat de dood overwint.
Geef ons de heilige durf om nieuwe wegen te zoeken,
zodat de gave van de schoonheid die niet dooft,
iedereen bereiken kan.
Jij, maagd van het aanvaarden en van de contemplatie,
moeder van liefde, bruid van de eeuwige uitverkiezing,
spreek ten beste voor de Kerk, waarvan jij de puurste icoon bent,
opdat zij zich nooit zou opsluiten in de weigering om zich te vernieuwen
en de hartstocht zou behouden om het Rijk te helpen vestigen.
Ster van de nieuwe evangelisatie,
help ons om stralend te getuigen van samenhorigheid,
dienstbaarheid, vurig en edelmoedig geloof,
gerechtigheid en liefde voor de armen,
zodat de vreugde van het evangelie
de uiteinden der aarde bereiken kan
en geen enkel randgebied van dit licht verstoken blijft.
Moeder van het levend Evangelie,
bron van vreugde voor de geringen,
bid voor ons.
Amen, Alleluia.
Paus Franciscus, Evangelii Gaudium (2013)
#2 Maria
Het jonge meisje dat je was,
schrok het niet toen de engel kwam
en toen je in zijn ogen las
wat niemand ooit van hem vernam?
Wat is er in je omgegaan
toen hij zei: moeder van Gods Zoon
en ook dat je van nu af aan
een ereplaats had rond de troon?
Hoe voelt de vreemde boodschap aan
waarin je moeder van je Schepper heet?
Lijkt het dan niet een zoete waan
waarin je niets meer zeker weet?
Maria, draagster van de hoop
dat al wat leeft eens wordt bevrijd
en wat als kwaad eens binnensloop,
verdreven wordt of ons ontglijdt,
jij, maagd en moeder van de Heer,
die ieder mens tot vreugde noodt,
wees onze hulp en ons verweer
nu en in ‘t uur van onze dood.
Piet Thomas
#3 Bruiloft te Kana
Jezus en Maria
zijn er ook geweest
in het land van Kana,
op een bruiloftsfeest.
Er werd wijn gedronken
en Maria zag
hoe de buidels slonken
waar de voorraad lag.
Was zijn uur gekomen?
Het tekort aan wijn
deed Maria dromen
dat het waar kon zijn.
Tot de knechten zei ze:
doet wat Hij gebiedt.
God kent tijd en wijze.
Zijn uur kent men niet.
Jezus, die de Vader
om een wonder bad,
vroeg de knechten water,
‘t water dat men had.
In de stenen kruiken
werd het water wijn,
wijn om te gebruiken
op het bruidsfestijn.
Hij werd uitgeschonken.
Er was overvloed.
En die ervan dronken,
weten: God is goed.
Jezus is het teken
van zijn heerlijkheid.
Niets zal ons ontbreken,
als geloof ons leidt.
Piet Thomas
#4 Wees gegroet Maria
Schenkster van leven!
Jij hebt het heil hersteld,
de dood verbijsterd,
de slang waar Eva zich
met gestrekte hals
en verwaande hoogmoed
naar verhief.
Vernietigd
heb jij haar
toen jij de Zoon
van de hemelse God baarde
dankzij de ademtocht van de Geest.
O tederste
en liefste
moeder, gegroet!
Jij hebt de wereld
jouw Zoon geschonken,
dankzij de ademtocht van de Geest.
Glorie zij de Vader,
de Zoon en
de heilige Geest.
Hildegard van Bingen (1098-1179), Responsorium
#5 Omdat het een vrouw was
Omdat het een vrouw was
die een huis bouwde voor de dood,
heeft een stralende maagd
het weer neergehaald.
Dus rust de hoogste zegen
– boven al wat God schiep –
op de gestalte van een vrouw.
Want God is mens geworden
in een allerliefste, gezegende maagd.
Hildegard van Bingen (1098-1179), Antifoon
#6 Gegroet, edelmoedige, roemrijke
Gegroet, edelmoedige, roemrijke,
ongerepte jonge vrouw,
heilige moeder,
Gods behagen!
Want in jou is de hoogste kracht gevloeid,
zodat het hemelse Woord
in jou is vlees geworden.
Jij stralend witte lelie,
God zag je voor elk ander schepsel.
Jij, mooiste en liefste,
hoezeer heb jij verblijd
toen Hij jou met de omhelzing
van zijn liefdegloed doordrong
en toen zijn Zoon door jou gevoed werd?
Jouw lichaam schoot vol vreugde
toen uit jou de hemelse muziek opklonk
en je stralend zijn Zoon in zijn licht hief.
Jouw schoot werd blij
als gras waarop dauw valt
die groenkracht schenkt.
Dat is jou overkomen,
o moeder van alle vreugde!
Nu straalt de hele Kerk van vreugde
en heft ze jubelzangen aan
ter ere van de liefste maagd,
de lovenswaardige moeder Gods, Maria.
Amen.
Hildegard van Bingen (1098-1179), Hymne
#7 De opdracht van Maria in de tempel
Om te begrijpen wat toen in haar omging,
moet je eerst een plaats betreden
waar zuilen inwerken op jou, waar trappen
na te voelen zijn, waar bogen vol gevaar
de afgrond van een ruimte overwelven
die je bijbleef. Zo torenhoog uit zware stenen
opgericht, dat je ze nooit uit je geheugen
wissen kunt: je zou jezelf in haar verliezen.
Ben je zo ver, is alles in jou steen geworden,
muur, trappen, doorkijk, welving – , probeer dan
het gordijn, de zware voorhang,
met beide handen wat opzij te schuiven;
dan doemt de glans op van verheven dingen
je adem en je tastzin raken gans ontdaan.
Omhoog, omlaag, paleis volgt op paleis,
de balustrades die steeds breder worden
stijgen op naar zulke hoge hoogten
dat het je duizelt als je durft te kijken.
Uit wierookvaten vertroebelt dichte walm
wat je nabij is. Maar wat heel ver is, priemt zich
in jou vast met regelrechte stralen – ,
en als dan nog, uit klare vlammenschalen,
het licht speelt op gewaden die traag naderen:
hoe hou je dit nog uit?
Zij echter, naderde met een geheven blik
om alles goed te kunnen zien.
(Een kind, een heel klein meisje tussen vrouwen.)
Dan steeg zij rustig en vol zelfvertrouwen
naar al die pracht die als verwend verschoof:
zozeer was al wat mensen bouwen
al overtroffen en verbleekt door ’t loflied
in haar hart. Door de lust om zich
te geven aan de innerlijke tekens:
haar ouders dachten haar als offer aan te reiken.
De dreigende met de juwelenborst
ontving haar slechts in schijn. Klein als ze was,
ontsnapte zij aan elke mensenhand,
recht naar het haar bereide lot, dat hoger
dan de hal was en zwaarder dan het Huis.
Rainer Maria Rilke (1875-1926)
Piet Thomas over bovenstaand gedicht • Voor de opbouw van dit tafereel van de opdracht in de tempel wordt een beroep gedaan op de verbeelding van de lezer. Beeld je een immense stenen ruimte van een enorme pracht in en zie hoe het kleine kind Maria in die barokke praal vol zelfvertrouwen naar het podium stapt en door haar ouders voor de tempeldienst wordt aangeboden. Van haar 3de tot haar 12de zal ze de priesters helpen bij bepaalde taken.
Bij het schetsen van de grootse ruimte dacht Rilke ongetwijfeld aan schilderijen van Titiaan en Tintoretto. Dat zorgt voor een indrukwekkend contrast. Binnen die immense ruimte volgt het kleine meisje onverschrokken en in alle rust wat haar ‘innerlijke tekens’ zeggen over haar bestemming. Bij de lezer ontstaat het gevoel dat de besliste en vrije wil van het meisje het haalt op de reusachtige en indrukwekkende ruimte die haar omringt. Is dit een triomf van de binnenruimte op de ruimte buiten?
Priester en dichter Piet Thomas was hoogleraar in Leuven en Kortrijk. Hij doceerde er onder meer geschiedenis van de moderne Nederlandse letterkunde. Hij bracht literaire genootschappen, tentoonstellingen en tijdschriften tot stand en publiceerde naast eigen poëziebundels ook talrijke bloemlezingen.
Deze gebeden en gedichten herinneren ons aan de kracht en schoonheid van de heilige Moeder Maria. Wil je meer inspiratie ontvangen? Schrijf in op onze nieuwsbrief en blijf verbonden met geloof, hoop en liefde.